Dit is een dag op stap als opstapper bij de politie – deel 2
Door het winnen van een social media actie draai ik als doodgewone burger een dag mee met de noodhulpdienst van de politie als ‘opstapper’. Na de briefing op bureau Zuid en de kennismaking met de meldkamer op de Mathildelaan sta ik nu op Bureau Noord te popelen om aan de slag te gaan.
De start: een schildenprocedure
Alsof mijn gebeden verhoord worden, komt er een melding binnen. Een psychotische man heeft zijn separeer cel dusdanig bevuild dat hij naar de naastgelegen cel getransporteerd moet worden, zodat de separeer schoongemaakt kan worden. Omdat het behandelend personeel geen contact met hem kan krijgen en hij een gevaar vormt voor zichzelf en anderen wordt de zogeheten ‘schildenprocedure’ ingezet. Uit de opwinding van mijn collega’s maak ik op dat dit geen alledaagse procedure is. We pakken lange wapenstokken, sterke schilden en grote helmen met plastic kappen voor voor je gezicht. Ik heb geen flauw idee wat er staat te gebeuren, probeer vooral niet in de weg te lopen en de grote grijns om mijn mond te halveren tot standje ‘sociaal wenselijk’.
Een timide jongen laat ons via de achterdeur binnen in de GGZE-instelling. Op de gang maken mijn collega’s in overleg met het GGZE-personeel een plan. Stephanie zal het woord doen, twee mannelijke collega’s zijn ‘het schild’ en zullen dus als eerste naar binnen gaan. Ik sta met open mond te luisteren naar de strategiebespreking als ik de boomlange collega naast me zie worstelen met het bandje van zijn helm. Ik vraag voorzichtig of ik misschien kan helpen. Hij knikt van ja en ik klik zijn bandje dicht. Yay, ik heb iets bijgedragen aan dit geheel!
Dan voel ik de spanning in de gang stijgen. De aangesnelde psychiater, het GGZE-personeel en mijn collega’s staan klaar op hun posities. De timide jongen houdt een kartonnen bakje vast (zo’n ziekenhuis-spuugbakje) met twee spuiten erin en de psychiater mompelt dat ie hierna wel twee dagen rustig zal zijn. De hoeveelheid mensen die beslissen over het lot van één enkele man, raakt me. Stephanie neemt het woord. Vriendelijk, maar resoluut spreekt ze de man toe, door het luikje in de deur. Na enig aanmanen luistert hij en gaat hij op zijn knieën zitten met zijn handen in zijn nek. Hij schreeuwt en huilt en krijst onverminderd door. Stephanie roept, ‘oké de deur mag open, waar is de sleutel?’
De schildenprocedure blijkt bijzonder schrijnend
Dat er op zo’n cruciaal moment om zoiets praktisch als een sleutel gevraagd wordt, vind ik bijna grappig. In een flits bedenk ik me, wat nu als de sleutel kwijt zou zijn? Dan sta je hier in vol ornaat allemaal klaar… Maar de timide jongen schiet al naar voren met de sleutel in zijn hand. De deur gaat open en mijn collega’s stormen beheerst naar binnen. Terwijl de poeplucht mijn kant op zweeft, zie ik hem over de gang voorbijkomen. Een man in alleen een boxershort. Ik schat hem amper 50 kilo. Schreeuwend dat ie vermoordt wordt. Ik slik. Wat weet ik eigenlijk weinig van deze kant van de maatschappij. Ik voel me schuldig. En verdomd bevoorrecht. Dat ik vanaf de zijlijn toe kijk met een gezonde geest.
Ik hoor hoe Stephanie de man waarschuwt dat ie zijn billen niet zo aan moet spannen, dat de spuit dan extra pijn doet. Ik kijk een keer om het hoekje, zie hem op zijn buik gedrukt op een kaal bankje liggen en doe meteen weer een stap achteruit. Het voelt als een inbreuk op zijn privacy dat ik meekijk. Als mijn collega’s de deur dichtdoen hoor ik de man nog raaskallend roepen ‘you murder the whole city’.
Missie geslaagd. De man is zonder verzet, relatief rustig vervoerd. Mijn collega’s zijn tevreden. Op de gang vraagt Stephanie aan de GGZE of zij nog verbeterpunten voor hen als politie hebben, waarop de GGZE de wedervraag stelt. Wow, het openstaan voor feedback en de open manier van communiceren verrassen me. Als we vertrekken zie ik in gedachten de magere man weer voorbijkomen. De grijns om mijn mond is verdwenen.
De weg op als opstapper
Nu is het tijd om de weg op te gaan. We rijden Stephanie’s vaste rondjes door de Grote Beek, de Edison en Winkelcentrum Woensel. Bij de melding dat een scooterrijder na een aanrijding gevlucht is richting Winkelcentrum Woensel, rijden wij stevig terug die kant op om te kijken of we hem ergens zien. Het doet me denken aan vroeger, aan het roofvogels spotten met mijn vader waarbij ik ook super geconcentreerd uit het raam keek over de weilanden of ik een buizerd zag. Net als toen heel vaak, is het ook dit keer zonder resultaat, we zien niemand op een ouderwetse, grijze scooter rondrijden.
Ook de inbraakmelding waar we op afgaan, loopt op niets uit, door een valse melding of een verkeerd adres. Wij komen namelijk uit bij een huis zonder braaksporen waarbij niets overhoop is gehaald. Dat weet Rutger te vertellen, vanaf het balkon. Als een ware zwarte piet is hij naar boven geklauterd toen de bewoners niet thuisbleken, om naar binnen te kijken. Ik keek vol ontzag vanaf het gazon toe, mezelf afvragend of ik ook een poging zal wagen. Bang dat ik ergens halverwege zal blijven bungelen omdat mijn armen mezelf niet op kunnen trekken, blijf ik uiteindelijk een tikkeltje jaloers toekijken vanaf het gras.
In de volgende blog (3) lees je over het engelengeduld van mijn collega’s en hoe ook ik dat geduld wel eens op de proef gesteld blijk te hebben.
Wil jij de Politie Eindhoven volgen? Check de facebookpagina hier.
Gerelateerd
1 reactie op Dit is een dag op stap als opstapper bij de politie – deel 2
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Van zo iets “intiems “ naar het “banale” van inbraakmelding !
Dat vergt echt wel schakelen zeg ! Petje af voor de politie