Oordelen over mijn buik
‘Jij hoeft ook niet lang meer, of wel?’ ‘So jij hebt een behoorlijke buik zeg.’ ‘Weet je zeker dat het er maar ééntje is?’ Ik ben in de binnenstad voor boodschappen en heb binnen een uur opmerkingen gekregen van onbekenden bij de bakker, boekwinkel van Piere en fourniturenzaak het Smitje. Overal waar ik kom kijken mensen naar mijn buik en vinden er iets van.
Ik weet heus, het zijn goedbedoelde conversation making questions, maar doordat iedereen zich beperkt tot dat ene onderwerp, is het alsof mijn zwangerschap gereduceerd wordt tot het bestaan van mijn buik en verder niets. Ik word langs een meetlat gelegd en val blijkbaar ver buiten het gemiddelde van hoe een zwangere vrouw eruit hoort te zien. Wat met een lach en verbaasde blik jolig met mij gedeeld wordt.
En het stomme is, door het oordeel wat ik erin hoor, begin ik me steeds meer te verontschuldigen. ‘Ja ik heb best een flinke buik he, nee ik ben pas 26 weken, tsjah ik weet het ook niet, bij de eerste was ie ook best groot.’ Ik lach dapper mee, maar van binnen krimp ik ineen.
Terwijl.. ik wil me niet schamen voor mijn lijf. Ik wil niet nadenken over of het groot, klein of gemiddeld is. Of het past binnen de verwachting die mensen hebben van zwangeren van mijn termijn. Ik wil me niet verontschuldigen bij voorbaat.
Ik wil mijn lijf eren. Om wat het kan. Om wat het doet.
Daarom doe ik mezelf over een paar weken een fotoshoot cadeau. Een boudoir shoot om preciezer te zijn. ‘Artistieke fotografie om jou als vrouw te eren’, zegt de website van fotografe Naomi, ‘en jouw kracht, sensualiteit en schoonheid vast te leggen’.
Dat is wat ik wil. Na de littekens in en op mijn lijf van de eerste bevalling, doet het nu weer dapper wat het kan: een kindje dragen. En dat wil ik vastleggen. Als reminder hoe sterk het is. Hoe veerkrachtig. Hoe prachtig.
Mijn rondje in de stad eindigt daarom bij de Hunkemöller. Waar ik me in een pashokje in een kanten body probeer te persen voor niet zwangeren, nadat ik online niks maternity – mama – prenataal kant-achtigs kon vinden voor de shoot. Als blijkt dat een zwangere buik in doorschijnend kant er niet perse mooi uitziet en ik me weer uitkleed, zie ik plots mijn buik vanaf de zijkant in de spiegel.
Hij is rood paars gevlekt, net als mijn benen na de zwemles vroeger, wat mijn moeder liefkozend betitelde als bloemetjes. Mijn navel is, nadat ie weken geleden al naar buiten plopte, inmiddels helemaal verstreken tot een donkere cirkel die zelfs begint uit te puilen tot een bergje. Maar wat me vooral opvalt is hoe mijn buik heel ver naar voren steekt. Niet gek dat ik net in het Smitje ermee tegen een stelling botste toen ik op de krappe bovenverdieping mezelf omdraaide.
De opmerkingen over mijn buik en de aanblik in een felverlichte paskamer doen geen goed. Ik kom mopperend thuis.
Mijn lief, die altijd graag dingen wil snappen, vraagt; ‘maar wat raakt je dan zo?’
‘Wat raakt me dan zo?’ Ik spuw de woorden terug. ‘Dat godverdomme iedereen een oordeel heeft over mijn lijf. Waarom zeg je niet gewoon ‘wat zie je er mooi uit, hoe voel je je?’ Nee iedereen wil iets vinden. Een conclusie trekken. Oh nou wow je buik is wel groot zeg. Stop daarmee. Val mij daar niet mee lastig.’
‘Maar, vind je jezelf wel mooi dan?’, vraagt lief voorzichtiger nu.
Ik denk aan hoe ik in het pashokje schrok van de aanblik van mijn buik, bijna alsof ie niet van mij was, en haal mijn schouders op.
‘Je bent prachtig’, zegt mijn lief. ‘Je bent zo, zo mooi.’
Ik veeg met een hand de tranen van mijn wangen als mijn wederhelft verdergaat.
‘En nou ja, ruimte innemen is misschien wel een thema in het leven voor je. Dus het is wel een leuk grapje van het universum dat ze je bij beide zwangerschappen een dusdanig grote buik geeft dat je nogal eeh automatisch ruimte inneemt.’
Ik grijns door mijn tranen heen. Het blijft leuk om mijn rationele man, die voordat we elkaar kenden niet bekend was met spirituele termen, over het universum te horen praten.
‘Je bent prachtig’ zegt mijn man nog eens.
Ik zucht en kijk naar mijn buik, die soms kan trekken alsof de maximale capaciteit al is bereikt. Iedere avond als mijn man al in bed ligt en ik mezelf uitkleed, zucht hij met een blik op mijn strakgespannen bal: ‘jeetje dat kan niet fijn zijn voor je’.
Dan twinkelen zijn ogen. Mijn lief, zo sterk in moeilijke dingen makkelijker maken met mooie metaforen, zegt: ‘weet je, je bent gewoon een Porsche 911. Zo mooi, maar het zit gewoon niet comfortabel.’
Ik grinnik.
Ga ik deze Porsche 911 binnenkort eens verdomd mooi op de foto zetten. Zonder kanten body.
Einde bericht.
Denk je ‘Dit was mooi, ik wil méér blogs lezen’… klik dan hier.