Dit is de drukte van een driejarige tegen de drukte in mijn hoofd
De gave tot verwonderen heeft ook een keerzijde. Zeg maar een soort andere kant van de medaille, meer donker en dof. Want waar leuke, grappige, alledaagse dingen mij heel erg kunnen verbazen en verrassen, zijn het ook de wat minder positieve dingen die gemakkelijk een plaats krijgen in mijn hoofd.
Overactief hoofd
Want mijn hoofd is nogal druk. Overvol eigenlijk zelfs. Als een ‘Route du Soleil’ op zwarte zaterdag zeg maar. Het doet een beetje zeer om dit te moeten erkennen, maar ik ben nu eenmaal naast een vrolijke verwonderaar ook een ‘pain in the ass’ piekeraar. Mijn drukke hoofd denkt over alles drie keer in de rondte op z’n kop achterstevoren op repeat na. Doodvermoeiend.
Piekerpunten
Ik pieker niet eens zo zeer over allesomvattende dingen als de dood, ziekte of anderssoortige groteske dingen. Neen. Of ja óók wel, maar dat kan ik vaak wat gemakkelijker van me af zetten. Het venijn zit bij mij vooral in het alledaags gepieker. Of eigenlijk meer, in die stomme stem in je hoofd die alles bekritiseert.
Noem het ego, innerlijke criticus of schizofrene schreeuwerd, ik heb een soort van stem in mijn hoofd die nogal vervelend kan zijn. Die stem laat zich het beste omschrijven als een combinatie van het snerpende stemgeluid van Marc-Marcie Huijbregts, de zelfingenomenheid van Prem, de spreeksnelheid van Mathijs van Nieuwkerk en de doffe blik van Halina. Waarmee ik overigens absoluut niet wil insinueren dat de DWDD-mensen vervelend zijn (hell no, ik ben sowieso fan van Matthijs en Marc-Marie), maar het omschrijft die stomme stem in mijn hoofd wel lekker.
De strijd tegen de drukte in mijn hoofd
Anyway. Dat gepieker is niet cool. Ik word er vaak onnodig onzeker, fenomenaal fel of hulpeloos hopeloos van. En dus ga ik (weer) de strijd aan. Waar meteen misschien ook wel een beetje de crux zit, ‘strijden’ tegen iets dat er nu eenmaal is. Komt niet helemaal overeen met de tatoeage ‘it is what it is’ op mijn arm.
Wat ik zoal doe in de strijd tegen de denderende drukte in mijn hoofd is vrij divers. Ik ga regelmatig naar Ilse (van Rustmanagement), mijn hoop in bange dagen, expert in rust brengen voor denkers, om de aandacht van mijn hoofd weer bij mijn voeten te krijgen (het alombekende ‘aarden’). Ook heb ik mijn eetpatroon rigoureus aangepast tot hoog hipster gehalte (zonder tarwe, koemelkeiwit en soja) omdat ik daar allergisch voor blijk te zijn en een hoog histaminegehalte apparently niet echt bevorderlijk is voor een ‘happy head’. Maar naast deze dingen (en nog veel meer), logeer ik ook af en toe bij mijn neefje-van-bijna-3. Omdat niets zo verfrissend, verrassend en verstillend voor de gedachten in mijn hoofd is als de belevingswereld van mijn neefje.
Slaapfeestje bij neefje
Zo ook afgelopen donderdag. Ik toog voor een slaapfeestje bij neefje naar Bergeijk. Voor het avondeten kijken neefje en ik samen naar Ariël, waarbij hij dicht tegen me aan kruipt en zijn handje op mijn schoot legt (*smelt). We schateren samen om de albatros die uit zijn nest valt en zijn haar laat pluizen. En ik glimlach genietend om neefje zijn gulle, rollende schaterlach.
Bij het eten word ik vervolgens gedirigeerd op de stoel naast hem en wordt mijn haar gekamd met een harensnijder (voor niet-Ariël liefhebbers onder ons, dat is een ‘vork’).
In de hoek staan
Na het eten moet ik in de hoek van neefje. Een spelletje wat ie met veel plezier speelt, omdat hij zelf deze plek omwille van zijn boevenstreken ook maar al te goed kent. Af en toe komt hij terug de gang in gelopen en scandeert sadisitisch ‘huilen’ waarna ik als een ware Bassie al ‘pietepietepietend’ gehoorzaam. Na drie keer het commando ‘huilen’ te hebben gekregen sluit de gangdeur zich weer, nu voor wel behoorlijk lange tijd. Als ik voorzichtig spiek over mijn schouder zie ik neefje alweer drukdoende met iets anders. Fijn, is ie tante Sas dus mooi vergeten. Uiteindelijk word ik, op aanraden van zuslief, door neefje uit de hoek bevrijd.
’s Ochtends spelen
De volgende ochtend word ik om 7 uur ’s ochtends gewekt door een guitig stemmetje, ‘tante Sas, ga je mee spelen?’ Rustig wakker worden is er niet bij en dus zit ik prompt 3 minuten later op mijn knieën met auto’s door een Fisherprice festijn te racen. En confisqueert neefje bijna MIJN aap. Want ja ik slaap met een knuffel als verkering niet bij me is. Ja ook dus als ik elders ga logeren. Ja dat is gewoon heel normaal. En nee neefje mag die niet afpakken.
Badderen en spleetjes
Na het ontbijt en hee verrassing ‘de kracht van de herhaling’ weer een stukje Ariël, gaan we samen in bad. Neefje-van-bijna-3, nichtje-van-bijna-1 en ik. Waarbij neefje verwondert opmerkt dat ik ook een spleetje heb. Net als mama en zusje. Joh?! Ik grinnik ietwat onbeholpen..
Wat een wijsheid
Met gekamde natte haartjes schuiven we samen aan de keukentafel met een leeg vel papier voor onze snuiten. Waarop neefje me direct diverse dingen dirigeert te tekenen. En ik onbewust mompel, ‘ja maar ik kan niet zo goed tekenen’. Waarop neefje trots en overtuigd zegt ‘ik kan wél tekenen’. Zonder afbreuk te doen aan zijn artistieke talent, maar hij kan nog geen potlood of stift ‘normaal’ vasthouden en zijn tekenvaardigheid bestaat uit onbedaarlijk krassen op een vel en daarbij uitschieten over tafel. En ik? Ik raak volledig vertederd door dit volste vertrouwen in zichzelf en de onwijze onbezorgdheid die van hem afstraalt.
Tussen een paar stempeltjes van huisjes besluit ik met frisse moed een wereldbol te tekenen. Die in mijn ogen jammerlijk mislukt. Mooi ja, die prestatiedrang van ‘ons volwassenen’ altijd. Waarop neefje over mijn schouder meekijkt naar mijn ‘wereldbol’ en tevree zegt ‘hee, jij kan wél tekenen’.
Zo simpel kan het leven zijn soms.
Einde bericht.
Wat een heerlijk vertederend verhaal ! Je piekert in elk geval niet over jouw schrijverschap. Chapeau!
Lief!!
Mooi!
Te cute Sas?
Lieve tante Sas 🙂
Herkenbaar 🙂 Enne, het is trouwens een harensnaaier 😉