Essay: de naaktcamping
Van nature ben ik nieuwsgierig aangelegd. Als iemand mij meerdere malen enthousiast vertelt over een onderwerp, dat kan van kleiduifschieten tot aan de relativiteitstheorie zijn, wordt er gemakkelijk een sluimerende interesse in mij gewekt. Zo ook met onze vrienden die iedere zomer een naturistencamping bezoeken. Na een paar jaar achtereen gehoord te hebben hoe heerlijk het is, hoe vrij en relaxed, besloten mijn lief en ik enigszins impulsief, onder het mom – we gaan ook een dag naar de sauna, waarom dan niet naakt een week in Zuid Frankrijk? – acht dagen van onze zomervakantie bloot door te brengen.
En dat bleek meer los te maken dan alleen onze kleding. Dit is mijn ervaring als beginnend naturist.
Eerst de praktische zaken. Naturisme, nudisme, naaktlopen, wat betekenen al deze termen precies en waarin verschillen ze van elkaar? De website van de ‘NFN Open & Bloot’ (tot 2020 nog bekend als ‘Naturisten Federatie Nederland’) brengt meer duidelijkheid. “Vroeger was er een strikt verschil tussen naturisme en nudisme. Naturisme hield in dat bloot echt je levensstijl was, dat je duurzaam en met veel aandacht voor de natuur leefde. Nudisme daarentegen stond voor mensen die bloot waren om het bloot zijn, voor het praktische gemak. En er waren mensen die zich in beide termen niet herkenden.”
De overkoepelende term voor al deze vormen is ‘naaktrecreatie’, wat simpelweg staat voor het bloot doorbrengen van de vrije tijd. Volgens het ‘NFN Open & Bloot’ zijn er zo’n 2,5 miljoen Nederlanders die wel eens recreëren in hun blote billen (veel meer dan ik dacht). Let wel, indien iemand uitsluitend naakt ontspant in de sauna word je door de NFN niet als naaktrecreant gezien. Daarvoor mag je ook tijd nakend in tuin, strand, camping, zwembad of natuur doorbrengen.
De voorbereiding
Terug naar ons avontuur. Een paar dagen voor vertrek doen we een borrel bij onze ervaren vrienden – met kleren aan overigens – zodat ik al mijn prangende vragen kan stellen.
‘Moet je op de parkeerplaats meteen je kleren uit?’
‘Nee, dat doe je gewoon bij je stacaravan’.
‘Als je het koud hebt, mag je dan iets aantrekken?’
‘Uiteraard, ’s ochtends en ’s avonds zul je meer mensen met kleding aan zien’.
‘Als je iets wil drinken op een terras, ga je dan ook zonder kleren?’
‘Overdag wel, het eten ’s avonds in de restaurants is met kleren aan’.
In mijn hoofd ben ik druk met aantekeningen maken, dit wel, dit niet, vink, check, got it. De vriend ziet het en zegt zacht; ’relax, het maakt allemaal niet zoveel uit en wijst zichzelf, echt’. ‘Smeer overigens alles wat normaliter weinig zon ziet, goed in’ lacht de vriendin, ‘je herkent mensen die net aangekomen zijn aan de rode billen’. ‘En oh ja, mocht je vrienden maken en ’s avonds uitgenodigd worden iets te drinken bij mensen, neem dan je eigen handdoek mee om op te zitten’, grinnikt de vriend. Ah, wel zo fris ja.
Hoe dichterbij dit avontuur komt, hoe minder dapper ik mezelf voel. Waarom hebben we door mijn enthousiasme in een opwelling deze vakantie ook alweer geboekt? Is het straks niet ongemakkelijk? Of vies? Of één grote orgie? Het zijn vragen die ik mezelf stel en regelmatig van mijn omgeving te horen krijg (als ik al durf te vertellen wat we gaan doen, mijn ouders en schoonouders moet ik voor het plaatsen van dit stuk nog inlichten).
Nadat we alles netjes kortgeschoren hebben en hoge factor zonnebrand in de koffer hebben gestopt, vertrekken we met onze peuter van tweeënhalf – die dus nog geen stem had in de keuze voor deze vakantie – naar Zuid Frankrijk.
Dag één: de aankomst
Na een redelijk ontspannen reis van twee dagen (voor zover een lange autorit met iemand van twee ontspannen kan zijn) komen we aan bij le Sérignan Plage Nature. De aankomst op de camping is echter anders dan ik me heb voorgesteld. We blijken een uur te vroeg, waardoor ik met een volle blaas bij de receptie erachter kom dat ik in mijn eentje het terrein op moet lopen om te plassen in het dichtstbijzijnde toiletgebouw. Met kleren aan nog welteverstaan. Ik voel me meteen ongemakkelijk en zou willen dat ik vloeiend Frans sprak zodat ik iedere naakte persoon die ik tegenkom kan uitleggen dat ik net gearriveerd ben en daarom nog mijn kleren aan heb en sorry en al. Ik blijk nogal bezig met andere mensen en of ik het goed doe qua naaktetiquette.
De eerste blote persoon die ik zie is een man op een fiets. Twee behaarde billen grijnzen me toe vanaf het zadel (zonder hoesje, terwijl het een huurfiets is). En ik? Ik grinnik besmuikt om dat blote lijf op die gele campingfiets alsof ik dertien ben en niet op mijn gemak met enig nakend vertoon. Alle andere personen die ik op m’n route tegenkom bekijk ik veilig vanachter mijn zonnebril met een kritische blik: dikke buik, kromme piemel, veel striae.
Nadat we zonder sleutel op de vlonder van ons huisje wachten tot we het kreng over een uur op kunnen halen, begint mijn lief de auto alvast uit te pakken. Dankbaar trekt hij binnen drie seconden zijn kleren uit en ziet per direct het voordeel in van deze eerste week vakantie: geen natte kleding door zwetend uitladen in de brandende zon. Ik draal om hem heen en twijfel over het moment waarop ik me zal ontkleden. Het gebrek aan duidelijkheid, iemand die me zegt ‘nu moet het’, iemand die me regels voorlegt van ‘zo en zo doen we het hier’ maakt me onrustig. Omdat mijn hoofd vol gedachtes maar blijft toeteren dat het gek is als ik in mijn kleren op de vlonder sta, trek ik uiteindelijk alles vrij plots uit.
Na het uitpakken en het ophalen van de sleutel loop ik naakt, maar met een doorschijnende kaftan voor een nog enigszins beschut gevoel, naar het camping winkeltje. Doorpakken en dwars door die ongemakkelijkheid heen is mijn strategie. Maar als ik in de winkel mensen met kleren aan tegenkom (heb ik een briefing gemist?) is mijn gêne net zo snel weer terug. Jongens, kunnen we gewoon even afspreken met elkaar hoe en wat we dit allemaal doen? Mag ik een instructielijst? Poeh, niet echt een soepel begin dit.
Dag twee: mijn oordeel
Op de eerste volle dag van ons naaktzijn besluiten we ’s ochtends naar het strand te gaan. Lopend door het nog koele zand zoeken we een plek om te liggen. Jezus wat voel ik me bekeken. Vrij letterlijk ook, door een man alleen, die steeds als mijn lief even terugloopt naar het huisje toevallig voorbij flaneert en me opzichtig aankijkt. Sowieso heb ik het gevoel dat iedereen naar me staart en iets van me vindt en ben me daardoor onprettig bewust van mijn lijf. Ik druk mijn schouders meer naar achteren dan ik van nature doe, trek mijn rug wat hol, mijn buik in. Kortom; ik ben nogal bezig met hoe ik eruit zie en voel me alles behalve relaxed. Side note: dat heb ik in badkleding ook. Het is niet dat die twee tepels en dat plukje schaamhaar nu de dealbreaker zijn tussen zelfvertrouwen en onzekerheid.
Ook blijf ik giechelig. Vooral als ik een groepje mensen zie verzamelen op het strand om zich in twee teams te splitsen en te gaan.. volleyballen. Het hupst en schudt allemaal maar heen en weer en doet alsof het doodnormaal is. Nu besef ik ook wat het cruciale verschil is tussen een sauna en een naaktcamping. In een sauna zit je of lig je, evenals op het nabijgelegen terras. En als je niet zit of ligt dan loop je rustig van opgietsessie naar massagekamer of van ligbed naar terrasstoel. Hoe anders is dat hier. We zijn nog geen vierentwintig uur geleden gearriveerd en ik heb al mensen zien badmintonnen, volleyballen, yoga beoefenen, boodschappen doen, een tent opzetten en een koppel aan hun campingtafel met een kaarsje in het midden zien dineren. Allemaal bloot dus. Zonder kleren krijgen alledaagse activiteiten ineens een vrij komisch karakter.
’s Middags besluiten we naar het zwembad te gaan, achteraf de grootste inschattingsfout van de vakantie. Het is een rechthoekig blok met water, meer een grauwe zwemvijver dan een helderblauw bad, omsloten door hoge muren van geel beton. De beperkte ruimte tussen het waterblok en de betonmuren is volgepropt met ligbedden met daarop: heel veel naakte lijven. Voelde ik me vanochtend bekeken? Nu voel ik ogen prikken in mijn rug, billen, benen, armen, óveral. Ik voel me oh zo bloot. Nee kwetsbaar.
Als we om die reden na een uurtje het zwembad ontvluchten en bij de uitgang op een terrasje gaan zitten (nog steeds naakt uiteraard) word ik boos en opstandig. Ik kan geen wapperende slurfjes, hangende buiken, deinende borsten of gerimpeld vel meer zien. Als ik met mijn blote borsten boven de counter rosé bestel bij de jonge gast achter de bar verdwaal ik in gedachtes als ‘zou hij nou naar mij kijken?’, ‘vind ik dat erg?’ en ‘als ik dat erg vind, waarom ben ik hier naar toe gegaan?’ Terug aan tafel zucht ik tegen mijn lief; ‘waarom vond ik het een goed idee om de helft van onze zomervakantie op te offeren voor een naakt experiment, dit is het niet voor mij’.
Dag drie: schaamte
Het erkennen dat dit misschien wel helemaal niets voor mij is brengt rust. Ik hoef het niet leuk te vinden, ik kan het ook gewoon stom vinden en me na deze week nooit meer aan het naturisme wijden. ’s Ochtends op het strand praten we over onze ervaringen tot nu toe. Mijn lief schept samen met onze peuter een emmertje zand vol en mijmert wijs als ie altijd is: ‘ik zie het veel meer als optie om naakt te zijn, het hoeft niet continu, het mag’. Dat klopt, er zijn mensen die gekleed naar de supermarkt gaan, vrouwen die een pareo omslaan als ze over de camping lopen en ik zie een vrouw zonder slip, maar met beha (en een baby in haar armen, dus ik gok om ongewild melk sprietsen te voorkomen).
Naakt en niet-naakt lijken hand in hand te gaan. De optie ‘naakt’ heb je simpelweg op een gewone camping (‘textielcamping’ in naturistentaal) niet omdat andere mensen daar aanstoot aan nemen. Mijn lief en ik trekken de voorzichtige conclusie dat de die hard blootlopers het niet erg vinden anderen sporadisch met kleren te zien, maar dat zij vooral graag zelf naakt willen zijn en dat elders niet geapprecieerd wordt.
’s Avonds drinken we wat in het restaurant en dank ik god op mijn blote knieën voor de briefing van onze vrienden, als er een man alleen, tussen zestig geklede mensen, poedeltje naakt het terras op komt gelopen. Ik kan wel voor hem door de grond zakken. We zien hem daarna niet meer.
De plaatselijke Franse band speelt goed en er beginnen zowaar mensen te dansen. Ik roep al weken tegen vrienden dat ik zin heb om te dansen en klaar ben met corona-blijven-zitten-op-je-plek en hier sta ik dan met een schot voor open doel. En wat doe ik? Ik blokkeer. Ik durf niet te dansen. Deels omdat ik na anderhalf jaar corona maatregelen mijn moves verloren ben, maar deels ook doordat ik me wederom bekeken voel en me schaam omdat mijn hoofd allemaal bedenkt wat anderen wel niet van mij en mijn houten klaas passen moeten denken. Wacht eens even, ervaar ik niet gewoon bovengemiddeld veel schaamte, los van de setting waarin ik verkeer?
Dag vier: verlangen naar kleren uit
Op zondagochtend sta ik in de rij van de supermarktkassa. Naakt, net als de oudere man voor mij. Hij wacht geduldig tot de geklede caissière allerlei getallen uit een boekje op de rekenmachine bij elkaar heeft opgeteld. Zou je hier nog mogen poffen ja? Ze tikt driftig met haar rechterwijsvinger op de calculator in haar linkerhand. Als ik het geheel van een afstand bekijk zie ik twee dingen.
Eén; de penis van de man komt net niet tegen de rand van de toonbank aan, maar is zo dichtbij dat slechts een inademing genoeg zou kunnen zijn om hem er tegenaan te drukken (ik zou dan persoonlijk net iets verder weg gaan staan of de piemel juist overtuigend tegen de toonbank drukken zo van dat kun je maar gehad hebben). En twee; de calculatorhand van het meisje zweeft op nog geen dertig centimeter boven de piemel.
Het fascineert me. Zou ze zich bewust zijn van dit plaatje en er inwendig om grinniken? Of is het voor haar just another day at the grocery store? Hoewel ik er nog steeds graag over nadenk (en dit beeldende relaas misschien anders doet vermoeden), merk ik dat mijn oordelen minder worden. Ja oké, die man staat daar met z’n piemel. So what?
’s Middags gaan we met z’n drieën fietsen (mijn lief, zoon en ik, niet de oudere man met de toonbankpiemel uit de supermarkt). Trappend door de fraaie omgeving in de brandende zon grijnzen mijn lief en ik dat we alweer zin hebben om onze kleren uit te trekken. Langzaamaan lijkt naakt steeds meer ons nieuwe normaal te worden.
En ik ontdek nog een voordeel aan het blootlopen. Naakt kan ik de horizontale strepen, die normaal onder bikinibroekjes verstopt blijven, op buiken van andere vrouwen zien. De nooduitgang die ook mijn onderbuik siert en destijds het verschil maakte tussen leven en dood van onze nu zo vrolijke peuter, zie ik meer dan verwacht. Het zorgt voor een stukje herkenning, misschien wel verbondenheid. Ik knik de vrouwen toe, zoals onbekende motorrijders naar elkaar doen. Geen idee of ze het opmerken, maar het voelt goed. Ik ben niet alleen.
Dag vijf: alles went
Op dag vijf besef ik me dat ik niet meer zo bezig ben met het concept bloot en de twijfels of ik het wel goed doe. Vooral op het strand geniet ik van het naaktzijn. Het voelt fijn. Vrij. Normaal zelfs. Al kniel ik nog steeds tot op mijn hurken om zoonlief zijn gieter te vullen in zee, in plaats van vol voorover wat ik andere mannen en vrouwen gedachteloos zie doen.
Vandaag zie ik ook de eerste verbrande billen. En een rode venusheuvel, au. En als ik deze dag in de spiegel kijk, draai ik net iets langer heen en weer om mijn zongebruinde lijf te bekijken. Een van de argumenten van onze vrienden voor het naturisme was het feit dat je mooi egaal bruin wordt, zonder witte strepen. Ik vond het toen een non-argument van louter cosmetische aard, maar nu ik mijn eigen lijf egaal bruin zie kleuren, besef ik ineens wat het doet: ik voel me letterlijk meer één geheel.
Dag zes: textielcamping
Na weer een ochtend op het strand besluiten we ’s middags naar het zwembad op de textielcamping te gaan. Ik trek mijn nieuwe lila bikini aan, die ik net voor de vakantie kocht in een winkel met fel paskamerlicht en het ontbreken van een verkoopster met functie ‘pashok-hulp-bieden’. Ik schoot iedere keer in bikinibroekje en shirt haastig de winkel in om een andere maat te zoeken. M zat wat los om mijn borsten (die borstvoeding toch he), dus kocht ik maat S. Handig als het strak zit, bedacht ik me, zodat ik het niet verlies als ik in het water duik.
Note to self: ik duik nooit. Met enkel een A diploma omdat ik zwemmen vroeger haatte probeer ik mijn meters in het water sowieso te beperken tot louter afkoelen waarna ik weer in het zand ga graven met zoonlief. Maar nu zit ik dus wel mooi met een te strak, schurend bovenstuk opgescheept. Ik trek het om de drie seconden recht en kan wederom niet wachten tot het weer uit mag. Als we terugkomen bij onze caravan en ik alles weer uit heb duurt het anderhalf uur tot de striemen op mijn side boobs zijn weggetrokken.
Dag zeven: hallo lijf
Op de dag voor vertrek loop ik in mijn eentje naakt over de camping. Ik ben op weg naar het wasgebouw om te checken of ik vanmiddag een wasje kan draaien. Terwijl ik wandel voel ik de frisse zeewind over mijn lijf en zonnestralen die voorzichtig beginnen te pikken. Al lopende realiseer ik me, ik vóel. Ik voel veel meer, letterlijk, op mijn lijf en huid, dan ik anders zou hebben. Als gevoelig kindje ben ik vaak bezig met een momjeans die te strak zit, een merkje dat prikt, of stof die schuurt over mijn huid. Nu al die prikkels wegvallen blijk ik veel makkelijker van dat drukke hoofd te zakken naar mijn lijf. Er is letterlijk minder afleiding.
Wat worden we toch weinig blootgesteld aan bloot in ons dagelijks leven. Waar ik de eerste dagen vol oordeel (dik, lang, kort, bobbelig) alle lijven om me heen beoordeelde (en daarmee mezelf ook zo beoordeeld voelde, zoals de waard is, vertrouwt ie z’n gasten he) lijk ik nu een grens voorbij. Het is gewoon allemaal wat het is.
’s Middags op het strand schiet een man ons te hulp als ie ons ziet klungelen met het opzetten van het windscherm in de harde wind. Terwijl we gebroederlijk met z’n drieën touwtjes ontrafelen en het scherm straktrekken realiseer ik me, ik vind het niet gek dat we naakt zijn. Ik word niet ongemakkelijk. Ik voel me precies hetzelfde als ik op een Nederlands strand met badkleding aan zou hebben. Nee trouwens, ik voel me beter.
Dag acht: het afscheid
De dag van ons vertrek. De auto is ingepakt, we zijn bijna klaar om te vertrekken en ik? Ik blijf zolang mogelijk naakt rondlopen. Ik ga nog bloot naar de winkel. En loop nog bloot een rondje achter zoonlief op z’n Paw Patrol motor aan. Terwijl manlief een trui en joggingbroek aan heeft omdat het best fris is deze ochtend, vertik ik – degene die het altijd meteen koud heeft – om iets aan te doen. Ik wil nog even genieten van de zon en wind op mijn lijf.
Als het moment dan toch echt daar is om mijn kleren weer aan te doen (bloot blijven tot het uitchecken bij de receptie, waar overigens ook af en toe een man bloot aan het werk is, maar er ook geklede mensen zijn) voelt dan toch weer iets te gek. Het is alsof met mijn aanstaande vertrek van de camping ook mijn oordelen weer terug van vakantie zijn gekomen.
Als we wegrijden langs het bordeauxrode, halfhoge muurtje van de camping kijken we elkaar aan en grijnzen. Wat ik begin van de week niet verwacht had is toch gebeurd, ik vind het oprecht jammer dat het naakte gedeelte van onze vakantie erop zit. De optie om volgend jaar weer bloot vakantie te vieren lijkt ineens helemaal niet zo gek meer.
De conclusie
Laat ik tot slot terugkomen op de vragen die ikzelf en mijn omgeving hadden? Is het niet ongemakkelijk? In het begin, ja dus. Al lag het veel minder aan de naakte setting en bleek het iets wat veel meer in mij huist.
Overigens is de sociale controle groot en stond er iedere dag een man bij de ingang van het strand om een oogje in het zeil te houden. Zo zagen we hem iemand aanspreken die over het strand liep met een telefoon in zijn handen. Dat is not done, net als foto’s maken op het strand.
Is het niet vies? Ik moet toegeven dat, hoewel ik weinig aanleg heb voor smetvrees (ik pak deurklinken in parkeergarages en duwstangen van winkelwagentjes zonder nadenken vast), ook ik een keer moest slikken toen ik onze stacaravan binnenliep en een rood nep leren bank zag. In gedachten zag ik vele blote kruizen die ons voor waren gegaan en vroeg ik me plots af, zou hier goed gepoetst worden? Maar een handdoek is je beste vriend op een naaktcamping en dus zit je gewoon steeds op een doekkie en heb ik er verder niet teveel over nagedacht. Het is niet viezer dan een gewone camping of hotel. Sterker nog, door het kleinschaliger karakter is het er juist schoner dan gemiddeld denk ik. Mits je de gedachtes over blote geslachtsdelen los kunt laten.
Is het geen grote orgie? Haha nee juist niet. Iedere connotatie met seks wordt ontmoedigd. Zo ziet de camping liever geen piercings in tepels of geslachtsdelen. En doordat alle opsmuk van push up tops, liftende bikini hipsters en felgekleurde zwembroeken wegvalt is het allemaal veel meer.. één. Minder sexy, meer gewoon.
Kortom, tot u sprak een enthousiast geworden naturist. Als je op zoek bent naar een stap uit je comfort zone en een confrontatie met je eigen oordelen, geef je dan eens bloot. Ik werd er meer mezelf van.
Einde bericht.
Denk je ‘Dit was leuk, ik wil méér blogs lezen’… klik dan hier.
Wat gaaf. En gek. En zo voorstelbaar ook. Ik kan me nog niet goed voorbij de ongemakkelijkheid fantaseren, maar jouw ervaring helpt wel. Misschien toch iets om volgend jaar te proberen..
Haha ja Martine dat vat je mooi samen, gaaf en gek 🙂 Ik kan het iedereen aanraden, alleen al omdat het zo interessant is om te voelen wat het met jezelf, en je oordelen over jezelf en anderen, doet. Echt een stap buiten je comfortzone (althans dat was het voor mij). Maar hee, dat kan ook op andere manieren en hoeft niet perse naakt in Zuid Frankrijk 😉