Dit zijn de kraamtranen
Het is dag drie na delivery als verkering mij in de charmant paarse rolstoel over de ziekenhuisgang duwt en een passerende vrouw mij indringend aankijkt. Ik zie dat ze mij herkent, maar bij mij doesn’t ring a bell (ja ik ben super slecht in gezichten herkennen en ja dat levert heel vaak ongemakkelijke situaties op en nee het is dus niet gek dat bij mij geen belletje gaat rinkelen, ik ben best gewend om koortsachtig na te moeten denken wie / wat / waar er in hemelsnaam voor mijn neus staat).
De blik van de voor mij vreemde vrouw glijdt van mij naar de man van mijn leven achter me en ik zie dat dit haar de bevestiging geeft die ze zoekt. De man van mijn leven zegt verrast “hee hallo” en brengt de paarse rakker met mij erin tot stilstand.
De vrouw buigt zich meteen naar mij toe: “Ja, u kent mij niet, maar ik u wel. Ik was erbij toen Abel geboren werd.”
Ze kent de naam van mijn zoon. Ze kent mij. Ze was erbij. Huh!?
De man van m’n leven weet inmiddels hoe m’n drukke hoofd werkt dus zegt zacht achter mij: “zij was de kinderarts die Abel op de OK opgevangen heeft”.
DIT is een van onze ziekenhuishelden
Holymoly. Dit is de vrouw die van het witte, stille kindje dat zonder adem en bloedcirculatie uit mijn buik werd getrokken onze roze, blakende baby heeft weten te maken. En ik herken haar niet omdat ik op dat moment niet bij bewustzijn was. Nou, over alle pijnpunten omtrent mijn bevalling gesproken, dit zijn ze hoor! En dus rennen mijn tranen als vanzelf over m’n wangen naar beneden. Van dankbaarheid. Van onmacht. Van alles. Mijn god, wat ben ik deze vrouw dankbaar.
Dit bijzondere moment weet ze echter in één klap weg te vegen als ze m’n tranen ziet en zegt “oh is het de dag van de kraamtranen ja?”. Ze glimlacht en verontschuldigt zich snel omdat ze door moet.
Say what?
Ik ontmoet net de vrouw die drie dagen eerder het leven van m’n kind gered heeft en de emoties die ik daarbij voel, worden een beetje lacherig onder de noemer ‘kraamtranen’ aan de kant geschoven? Hoezo mag mijn gevoel er niet gewoon even zijn zonder dat label? En waarom raakt het me zo dat het onder die alom bekende term geschaard wordt?
Ho ho hormonen
Nou… omdat het net zo irritant is als die puisterige puberjongens van vroeger die als je een keer chagrijnig reageerde, pestend plaagden “ooooh je bent zeker ongesteld ofzo, tsss”. Alsof er altijd een reden moet zijn voor je emoties. Alsof je met hormonen niet voor rede vatbaar bent. Alsof er een oorzaak beredeneerd moet worden voor je afwijkende gedrag.
Zo ook met het fenomeen kraamtranen. Het komt op mij over als een afzwakkende, lachwekkende term voor de over-emotionele kraamvrouw. “Let vandaag maar even niet op haar, het is de dag van de kraamtranen, haar emoties zijn nu buitenproportioneel, maar gelukkig duurt het maar één dagje, dan is ze weer normaal en kan ze haar emoties weer binnen standje sociaal wenselijk houden.”
Het ergste is, het waren voornamelijk vrouwen die dit tegen me zeiden. Naast de kinderarts wuifden diezelfde dag ook de gynaecoloog, de kraamverzorgster en een verpleegster mijn waterlanders weg met een simpel ‘oh is het de dag van de kraamtranen ja?’. Waarmee mijn emoties voor mijn gevoel in één klap gedevalueerd werden tot onbelangrijk en aanstellerig.
Nou excuse me, dat mijn hart, hoofd, lijf en leven op z’n kop zijn gezet en ik daardoor af en toe een traantje laat. Oké een aantal traantjes. Oké, zeven sloten vol met tranen.
Kom maar door met die kraamtranen
Ja ik had kraamtranen. En ik heb ze nu nog. Ik heb twee weekenden terug nog de ogen uit m’n kop gejankt (een heel weekend lang). Om alles wat er gebeurd is. Het zoeken naar balans. Naar vertrouwen in m’n lijf. Naar vertrouwen in mezelf. En naar wederzijds begrip tussen de man van m’n leven en mij.
Sinds de bevalling is mijn levensangst “het niet goed te doen” namelijk geëxplodeerd tot buitenaardse proportie waardoor ik in een of andere aanvalsstand ben geschoten om vooral te bewijzen dat de man van mijn leven heus ook niet alles goed doet en ik hem daardoor continu overal op becommentarieer, met gekibbel tot gevolg omdat hij door slaapgebrek ook niet de stabiele persoon is die hij normaal is (die een aanval van mijn kant kan zien als iets dat meer met mij dan met hem te maken heeft) en ik door dat alles dus mijn donderwolk hoor droeftoeteren in mijn hoofd: “ZIE JE WEL uiteindelijk zal ie gek worden van je en bij je weg gaan” en zo is de cirkel rond omdat we dan bij m’n tweede levensangst zijn: m’n verlatingsangst. Knap staaltje donderwolk-drogredenatie.
Kortom: het is rush hour voor m’n verdomde donderwolk qua kansen en angsten waar ie zo handig gebruik van kan maken en dat ook dankbaar doet nu. Ik heb het gevoel te falen. Tekort te schieten. Het niet waard te zijn. Niets nieuws, nu alleen maal factor achtendertig dan voor ik moeder werd.
Waarom kraamtranen zoveel meer zijn dan dat
Tsjah, die kraamtranen… Misschien zijn het dus wel tranen voor zaken die al veel langer spelen in je leven, maar die je normaliter zorgvuldig verstopt voor de buitenwereld, bang dat mensen er iets van zullen vinden. En zijn het juist die tranen die zich in het kersverse moederschap gewoon een weg naar buiten banen, schijt hebbend aan alle mogelijke bezwaren die je ooit bedacht hebt. Omdat je als nieuwbakken moeder misschien wel gewoon net iets meer openstaat dan ieder ander. Letterlijk en figuurlijk, omdat.. nou ja.. dat.
Dan zijn het dus de puurste tranen die er zijn.
Zullen we als vrouwen onderling deze tranen gaan eren in plaats van devalueren en elkaar aanmoedigen ze te laten zien? Niet alleen kort na je bevalling, maar gewoon altijd. Omdat emoties te vaak verstopt worden en we te druk zijn met opereren binnen de sociaal wenselijke normen.
Ik ben alvast begonnen door die zondag buiten op een bankje in het park een potje te gaan huilen, omdat ik thuis weg wilde om af te koelen. Ongemakkelijk was het wel. Maar oefening baart kunst toch? ← (zoek de onbedoelde woordgrap) 🙂
Einde bericht.
Denk je nu ‘DIT was leuk, ik wil méér lezen’… klik dan hier.