Dit is twee maanden moederschap: alle clichés zijn waar
Afgelopen vrijdag was Abel twee maanden oud. Precies twee hele maanden deed ik erover om te ontdekken dat alle clichés omtrent het moederschap waar zijn. Zo blijk ik als niet-meer-zo’n-hele-kersverse-maar-ook-nog-geen-door-de-wol-geverfde moeder dus werkelijk alles aan hem leuk te vinden. Maar als ik zeg alles, bedoel ik ook echt álles.
Oren, ogen, puntje van de neus
Zijn grote ogen die steeds meer helder de wereld inkijken. Zijn lichte en lange wimpers, die we op een echo al eens zo duidelijk zagen. Zijn neusje, met die snoezige neusgaatjes en (ja echt) de pietepeuterig schattige schotjes binnenin. Zijn wangetjes (of eigenlijk zijn grote, bolle wangen); nu snap ik waar de term ‘babyzacht’ vandaan komt. En de kuiltjes in zijn wangen. Smelt. Als ie met zijn voldane snuit na de voeding tevree één mondhoek optrekt en daarbij een kuiltje tevoorschijn tovert, kun je mij werkelijk wegdragen. Ik heb overigens van mijn verloskundig vriendinnetje geleerd dat, hoewel lachen de eerste tijd nog geen sociale betekenis heeft, een nieuw wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het lachen bij jonge baby’s toch niet enkel een reflex is, maar een soort teken van comfort (YAY, mijn baby heeft het fijn bij mij!).
DIT is verder ook te leuk
Verder ook zó leuk: zijn onderkin. En de tweede onderkin die inmiddels in de maak is. De op elkaar gestapelde rolletjes die samen zijn twee spekbeentjes vormen. Zijn wenkbrauwtjes, waarmee hij zo bozig fronst bij krampjes of iets anders wat hem niet zint. Zijn oortjes en de ieniemienie donshaartjes op de oorschelpjes. Zelfs zijn oorsmeer-propjes vind ik leuk omdat ik dan tijdens het voeden wat kan peuteren (mijn twee beste vriendinnetjes zijn overigens ook net moeder geworden, waardoor ik dus uit betrouwbaar onderzoek weet dat het propjes-peuteren samen met snotjes-vangen en berg-krabben doodnormaal gedrag is).
Zo mogelijk nog leuker: zijn handjes en dan vooral alle poses en houdingen die hij ermee aanneemt. De bidhouding, de supermanhouding, de Wendy-en-Martijn-X-factor houding, de dab-houding (jeweetwel, die dance move die ineens door alle kinderen onder de 12 werd gedaan) en de en-al-die-hendjes-de-lucht-in-houding. Ik denk oprecht dat hij later pantomime speler gaat worden zo veelzeggend als hij nu al is met enkel zijn mollige knuistjes (met die heerlijke knokkel-kuiltjes erin). Oh jongens, veeg mij maar op.
Het moederschap bevalt me wel
Ik had veel verwachtingen en angsten voor de bevalling en het moederschap, maar het bleek allemaal (surprise surprise) precies anders. De bevalling was way worse dan ik ooit had kunnen bedenken, maar zelfs daarbij klopt het cliché dat je het een soort van vergeet. Niet drie dagen na de bevalling al, toen iemand me appte ‘maar ondanks alle ellende zou je het meteen weer doen hè, onbetaalbaar wat je er voor terug krijgt.’ Ehm nee, als ik op dat moment nog had kunnen passen, had mijn verkreukelde ik dat naar alle waarschijnlijkheid gedaan. Het moederschap daarentegen is far more formidabel dan ik me ooit voor had kunnen stellen (hallo cliché ‘mooiste wat er is’). En fluctuerend, dat is het ook trouwens.
Fluctuerend? Ja man. Het wisselt van overlopen van zelfvertrouwen naar verdrinken in onzekerheid. Ik klap uit elkaar van verliefdheid en implodeer van ingehouden irritatie. Ik voel me levenslustig en lusteloos tegelijk. Ik sta steviger dan ooit met beide benen op de grond en zweef verloren rond in die donderwolk-kop van me. Ik ben dapper, maar ook zo veel meer bang. Ik voel me verbonden, maar met momenten ook ongekend alleen. Ik accepteer alles wat er is en vecht als nooit tevoren. Het leven lacht me vriendelijk toe en grijnst onderwijl onheilspellend naar me.
Wat niet wisselt…
De enige stabiele emotie op dit moment is mijn dankbaarheid. Ik ben zo. mega. dankbaar. voor alles wat er is.
Gatsie, wat een walgelijk zoet verhaal dit. Maar ja, ik blijk na twee maanden ook zo’n verschrikkelijk verliefde moeder die achtentwintig foto’s op een dag knipt van haar zoon, zo mogelijk nog obsessief vaker aan zijn kruintje snuift dan in maand één en na twee uur carnaval vieren al reikhalzend uitkijkt naar het moment van thuiskomen om hem weer te kunnen knuffelen. Ach, dat maakt de ‘je-krijgt-er-een-hoop-voor-terug’ continu klotsende oksels, de oorlogswond op mijn buik en het ondergepoept, geplast en gespuugd worden dan weer helemaal goed.
Einde bericht – ik ga weer kruinsnuiven.
Denk je nu ‘DIT was leuk, ik wil méér lezen’… klik dan hier.