Dit is twee jaar geleden
Ik neem dingen nogal letterlijk. Maar echt, achteloze opmerkingen van anderen worden voor mij absolute waarheid waar ik letterlijk aan dien te gehoorzamen. Zo zei mijn haptonoom in reactie op een mail die ik naar haar moest sturen ‘al schrijvende analyseert je hoofd alles tot in den treure, stop daarmee’. Merkte mijn docent van de Schrijversacademie terloops op ‘dat ik pas verder zou komen als ik vriendinnetje los zou laten als schrijfonderwerp’. En adviseerde een spirituele vrouw me om niet meer aan vriendinnetjes aardse verschijning te denken, maar aan hoe ze nú is, vol licht.
Al deze dingen en nog veel meer slurpte ik als zoete koek naar binnen en sloeg ik op als in steen gehouwen wetten. Want ‘zij’ zullen het wel weten, denk ik automatisch. En dus stopte ik met schrijven over vriendinnetje. Meer nog dan dat. Het was alsof ik haar plekje in mijn hart weg typexte. Easy as that. Omdat ik druk was met andere dingen en het handiger was om het gemis te negeren. Omdat iedereen om me heen, inclusief haar man, door leek te gaan en ik dus dacht dat ik dat ook moest doen. En omdat ik in de war raakte van rouwen.
Rouwen, hoe doe je dat?
Want hoe rouw je in hemelsnaam? Hoe hou je iemand in je hart bij je? Hoe zorg je dat je de bijzondere band die je had niet vergeet of verliest? Ik kom er niet uit. Denk ik aan hoe we het hadden samen? Maar ik moet denken aan hoe ze nú is, vol licht, niet aan haar aardse versie. Hoe doe je dat in hemelsnaam? Denken aan iemand vol licht? Ik heb het een keer geprobeerd, maar voelde me gekkig en ben gestopt. Oké, dan ga ik lekker tegendraads denken aan hoe ze wás, hoe wij het hadden samen, aan onze vriendschap. Maar… inmiddels verhuisd, getrouwd en zwanger is mijn leven behoorlijk veranderd, waardoor het wat gekunsteld voelt om terug te gaan naar toen. Denk ik dan aan hoe ze nu zou zijn? Maar stel ik me dan voor dat ze nooit ziek was geworden? Of dat de ziekte ergens gestabiliseerd zou zijn? Maar op welk punt dan?
Mijn hoofd en hart raken in een strijd verwikkeld waarbij ik de verliezer ben. Ik weet niet hoe ik haar bij me kan voelen. En daar voel ik me schuldig om.
Anderen dromen over haar, praten met haar, zien haar in witte vlinders, kolibries en zonnestralen. En ik? Ik doe dus niks. Ik schrijf zelfs niet meer over haar, ook omdat ik het voor mezelf in drie blogs in Psychologie Magazine rond geschreven heb, afgesloten, klaar. Verwachtingen. Verlies. Vertrouwen. Alsof je rouw in drie containerbegrippen kan verzamelen.
DIT is twee jaar terug
Vandaag is het precies twee jaar geleden dat ik afscheid van haar moest nemen. Een hele dag verzorgde ik haar, belde ik met de huisarts, de uitvaartverzorger, haalde ik dormicum, stuurde ik verkering op pad voor methadon, belde ik de energetisch therapeut, spraken we gedrieën met de huisarts over dat het genoeg was, hielp ik haar uit bed, in bed, pakte ik de vaat uit en hield ik ondertussen de hele dag m’n adem in (ik had een of ander kinkhoestachtig iets opgelopen waardoor ik nogal bulderde, leek me niet gepast naast een sterfbed).
Daardoor is deze hele week beladen. Omdat ik vandaag twee jaar geleden afscheid van haar nam. En ze over drie dagen zal overlijden. Drie dagen duurde het. Waarbij ik tegen beter weten in ging hopen dat alle medicatie in haar lijf zich zou verenigen tot een grote pijl, en daarmee alle kanker in haar nog maar zo tengere lijf zou verjagen. Zoals bijen in een tekenfilm altijd doen met schurken. Tot haar man me belde om te zeggen “het is gebeurd”. Het leven is geen ponykamp, maar ook geen tekenfilm dus.
Twee jaar terug. Het voelt ver weg. Nu ik verhuisd, getrouwd en in verwachting ben, zonder haar als vriendinnetje aan mijn zijde. Grote stappen die ik zonder haar zette.
Maar als verkering deze ochtend in bed zachtjes zegt “precies nu bracht ik je twee jaar geleden daarheen” voelt het dichterbij dan ooit. Hoe ik ‘s ochtends haastig kleren aantrok. De ochtendkou ons omarmde toen we in de auto stapten. Hoe de lucht kraakhelder blauw was. Ik me vastklampte aan verkering’s arm, tot ik hem los moest laten om dat donkere huis met het monotoon ploffende geluid van de zuurstofmachine binnen te lopen.
Ik peins me al weken suf wat ik deze week wil doen. Hoe wil ik haar herdenken? Ik kom er niet uit. En dus doe ik datgene wat ik al een jaar niet meer gedaan heb. Ik krab voorzichtig de typex weg en kijk of ik nog kan lezen wat eronder stond.
Einde bericht
Benieuwd naar de blogs voor Psychologie Magazine? Deze lees je hier.
Denk je nu ‘DIT was mooi, ik wil méér lezen’… klik dan hier.
Ik vind het erg naar om te lezen, die adviezen om NIET over haar te schrijven, of om haar los te moeten laten.
Het schrijven over haar is óók rouwen. En laat dat nou net hetgeen zijn waar je zo goed in bent.
Je mag altijd over haar schrijven, aan haar denken ( gewoon zoals ze was op aarde ?) en gelukkig zijn met je huwelijk en je zwangerschap, genieten van het leven.
Dit is het beste wat je kon doen !
Voor rouwen staat geen maat, laat staan dat een ander je kan “voorschrijven”
wat wel of niet te doen!
Weer sterk verwoord Xx
Terug aangekomen…
Je hart volgen, dat is altijd goed!
Ik lees met veel warmte je kijk op het leven en de dood.
liefs.
Leen
Kippenvel all over.
Dus het klopt.
Goedbedoelde adviezen, maar niet jouw manier.
DIT is duidelijk je manier.
Ik voel het, in heel je verhaal.
Ze is er, bij jou, op deze manier stop je het niet weg.
Nee, juist op deze manier, kun jíj verwerken.
Sterkte lieve Saskia!
Supermooi stuk.
Raakt me! Kippenvel, brok in mijn keel.
Alles mag er zijn.