Dit is met de billen bloot: mijn verslaving
Verkering en ik slenteren hand in hand door Havana. We zijn net begonnen aan onze tweeweekse rondreis op Cuba, helemaal voorbereid op even zolang geen WiFi. Want dat is hier schijnbaar weinig. Bijna niet zelfs. De automatic reply’s staan aan, familie en beste vrienden zijn ingelicht en de lonely planet is onze bijbel bij het ontbreken van good old friend Google. Twee weken offline, zijn wij er klaar voor?
Inzicht in mijn gekke gebruik
Hoe verknocht ik aan mijn smartphone ben geworden afgelopen jaren, besef ik tijdens deze twee weken offline pas.
Zo sta ik er thuis letterlijk mee op en ga ermee naar bed. M’n smartphone ligt trouw naast mijn hoofdkussen, dichterbij zelfs dan dat heerlijk manspersoon naast me. Als ik ‘s ochtends wakker word, grijp ik als eerste naar mijn telefoon, en niet naar verkering. Hmm.
Ook best gek is ‘het rondje’: een obsessief rondje van whatsapp, naar mail, naar facebook, naar instagram en dat meerdere keren per dag. Oké meerdere keren per uur. Oké iedere vijf minuten. Als automatisme. Waarbij ik me op facebook irriteer aan alle onzin en op instagram een paar specifieke mensen stalk door vol afgunst of oordeel me te vergapen aan hun fabuleuze foto’s (*gaat zich in een hoekje diep zitten schamen).
Nog gekker is dat ik buiten die ‘rondjes’ ook nog zeer regelmatig (lees: obsessief veel) op mijn beginscherm kijk of er berichten of meldingen zijn die ik onverhoopt gemist heb. Juist, as if that is possible.
Of dat ik wel eens uit automatisme mijn mail check op mijn telefoon (in mijn vaste rondje van zojuist), terwijl ik diezelfde mail dan gewoon al open heb staan op de computer. En dan toch een soort van teleurgesteld ben als er geen nieuwe prikkel binnenkomt.
Maar het meest gek (en gevaarlijk) is denk ik wel dat ik tijdens het autorijden reageer op appjes door met mijn knieën te sturen en met twee handen terug te typen. (Sorry mam).
Erkenning van mijn verslaving
Dat dit gedrag niet perse rustgevend is, voel ik uiteraard al een tijd aan. Ik voel me onrustig en opgejaagd door de obsessieve rondjes en side-check-ups. Ik voel me nutteloos als ik niet schrijf, maar scroll. En ik voel me kansloos als ik alleen thuis kom, op de bank ga zitten en mezelf een uur later realiseer dat ik alleen maar op mijn telefoon bezig ben geweest. Met niks. In de jaren ’90 had je de grap ‘wat betekent GSM?’ > Geen Snoer meer. (*grinnikt toch weer).
De 2017 versie voor mij luidt: Geen Stilte Meer. Er is nooit niets, maar altijd wel een prikkel in de vorm van een app, mail, message of tweet, por, push. En ik ga genadeloos voor de bijl.
Tot voor kort suste ik dat knagende gevoel met gedachtes als ‘iedereen doet het’, ‘het is ontspannend’ en ‘het is even een momentje voor mezelf’. Totdat ik ‘nooit meer te druk’ las van Tony Crabbe. En hij precies onder woorden kon brengen, wat bij mij al tijden sluimerde.
Crabbe beschrijft de driehoek van drukte kraakhelder: “door eindeloos streven naar ‘meer’ krijgen we het steeds drukker, waardoor we het contact verliezen met wat belangrijk is, en de leegte die we dan voelen vullen we op met meer drukte. Want drukte kalmeert (en verdooft) onze geest.”
En daarmee zijn we collectief verslaafd aan drukte.
Laat ik het vooral bij mezelf houden: Ík ben verslaafd aan drukte. En daarmee is mijn smartphone de ultieme drugs voor drukte geworden.
Hallo ik ben Saskia en ik ben verslaafd aan mijn smartphone. (*denk er ’Hallo Saskia’ achteraan voor een extra drAAmatisch effect).
Mijn nieuwe goeroe Tony is niet de enige, ook Simon Sinek houdt een vurig pleidooi over hoe onze smartphone ons bij iedere app, mail, message of tweet, por, push een shot dopamine geeft. Juist, dezelfde verslavende stof die vrijkomt bij het gebruik van alcohol, drugs en andere genotsmiddelen. Ai. Met ieder berichtje dat er binnenkomt is het dus alsof ik naar de plaatselijke dealer op de hoek van de straat loop voor een stiekem shot. Wederom sorry mam.
Afkicken
Ik geloof niet in toeval en zo kwam het dat dit inzicht een paar weken voor de trip van verkering en mij naar Cuba kwam. Waar we dus bij weinig wifi besloten dan maar twee weken volledig offline te gaan.
Cold turkey afkicken ging niet zonder slag of stoot. De eerste dagen zette ik gedachteloos vaak ‘mijn rondje’ in, om me daarna pas te realiseren dat het weinig nut had zonder verversing via WiFi. En op de echt slechte momenten was de craving voor gedachteloos scrollen zo sterk, dat ik stiekem mijn offline Instagram tijdlijn nogmaals checkte.
Het kantelpunt kwam bij het eerste wifi-punt in Havana, een openbare plaats met router waar vele verslaafde zielen in snerpende stilte met holle ogen naar hun scherm turen terwijl de prachtheid van Havana om hen heen voortdendert. Een schoolvoorbeeld van wat er allemaal langs je af gaat, als je altijd met je neus in je scherm zit. Verkering en ik stonden erbij en keken ernaar.
Vanaf toen vond ik het heerlijk, zonder telefoon. Als ik ‘s ochtends wakker word, soes ik met halfgesloten ogen en luister ik naar de geluiden om me heen (héél mindful and I’m proud of it!). Als verkering gaat plassen in een restaurant, kijk ik simpelweg een beetje om me heen. Of maak een praatje. Ik voel me rustiger, zonder constante gejaagdheid van mijn ‘rondjes’ en side-check-ups. En ik geniet intens van de spaarzame momenten met het thuisfront die er wél zijn, waarbij mijn moeder oprecht heel blij klinkt als ik haar kort bel om te zeggen dat alles goed gaat en fijn is (a 4 euro, ginne geld).
Terug naar Hollands glorie
Terwijl ik dit typ zit ik in de collectivo (een gedeelde taxi met andere toeristen), nog steeds in Cuba. Waar kapitalisme en daarmee het continu streven naar meer ver te zoeken is.
Dus hoe ik dit straks in onze ‘druktecultuur’ ga doen, moet nog gaan blijken. In gedachten typ ik ‘smartphone-verslaving’ in op Google, oh nee wacht, ik heb geen Google hier. Wat ik wel heb ontdekt, is dat ik het verdomd fijn vond. Hier in Cuba heb ik weer eens ouderwets uit het raam gestaard. Naar de zee. En naar de zonsondergang. Gedachteloos. Ik heb overpeinsd hoe ik meer kan gaan schrijven, wat ik belangrijk vind en waar ik blij van word. Jezus dat klinkt wel erg zweverig. Anyway, én ik heb bovenal vooral veel naar de knappe knop van verkering gekeken. De dode momenten waarop ik normaal naar mijn scherm staar, staar ik nu naar hem (:
En dus zet ik de lijn door, want stiekem was ik voor de vakantie al een beetje begonnen door al die opgeduikelde inzichten (hulde aan mijn nieuwe bijbel ‘nooit meer te druk’). Mijn telefoon gaat niet meer mee naar bed. In de auto leg ik hem in het dashboard kastje (geen zorgen meer mam).
Verder heb ik alle meldingen uitgezet, zodat ik hem alleen nog hoor rinkelen als iemand me belt, hee daar istie oorspronkelijk ook voor bedoeld. Dus als je me wilt bereiken, ‘een beller is sneller’.
En ga ik, om de dopamine junk in me te temperen, mezelf op rantsoen zetten. Zoals het een ware verslaafde betaamt. Ik neem hem niet meer mee naar de wc, maar ga ouderwets tegels tellen in de badkamer. Ik neem hem niet meer mee als ik Huub uitlaat, maar ga ouderwets met clicker en snoepjes oefenen met Huub. En ik ga de hoeveelheid ‘even op mijn telefoon kijken’ beperken. Naar 1x per uur. Ehm dat is eigenlijk nog best veel. 2x per dag dan (tijdens de lunch en na het werk ergens in de avond). De junk in mij sputtert, hell no, dat is bijna nooit.
Hmm, dit behoeft nog wat denkwerk. Ik ga even uit het raam staren naar het Cubaanse landschap…
Einde bericht.
Bronnen:
Tony Crabbe (2014) nooit meer te druk
Simon Sinek (2013) We’ve raised a generation on dopamine
Heerlijk verhaal.
Ik hoef niet af te kicken van mijn smartphone want ben er nooit aan verslaafd geworden.
Wel jammer; ik had havanna graag willen zien.
Top stuk! Herkenbaar voor vele. Ik heb al mijn apps eraf gegooid anderhalf jaar geleden, maar zeker niet roomser dan de paus (schrijft zij liggend in bed met m’n liefde z’n billen tegen me aan hahaha)!
Ik heb bijzonder hard gegrinnikt om je reactie 🙂
Mooi stuk Sas! Heel herkenbaar 🙂 Al geniet ik steeds meer van ‘voor me uit staren’ als ik alleen ben, heerlijk! Het geeft rust en daardoor creativiteit. Ik ben benieuwd hoe het met je voornemens staat! Je hebt mij in ieder geval weer getriggerd om nog een keer aan deze voornemens (maar dan in mijn versie) te voldoen. Dus dank daarvoor 🙂