Dit is lezer-epistel #1 mede mogelijk gemaakt door de ekster en de spar
Ik staar uit het raam van mijn schrijfhuis naar de effenblauwe lucht. In de spar twee tuinen verderop zit een ekster op de top parmantig voor zich uit te kijken. Hij lijkt niets te zoeken. Ik wel.
Ik ben mijn schrijven kwijtgeraakt namelijk. En dus zoek ik de modus waarin één enkele zin, een simpele verwondering of een overweldigend gevoel zich kan en mag ontvouwen tot een verhaal. De praktijk is dat als ik nu alleen al denk aan het schrijven van een hoofdstuk of blog mijn donderwolk een zorgvuldig opgebouwd afvinklijstje tevoorschijn tovert aan waar het allemaal aan moet voldoen. Ieder schrijven moet een weldoordacht stuk met kop en staart en een mooi verpakte levensles met een toefje humor en liefst een goede metafoor en een achteloos verstopt woordgrapje zijn zonder enige spelfout en met een lekker ritme.
Tsjah. Ieder paar spontane zinnen dat normaal als vanzelf mocht groeien, sneuvelt bijzonder snel bij deze barse ballotagecommissie. Wat dan weer voer is voor mijn donderwolk aan gedachtes die fluistert ‘zie je wel, het gaat je nooit lukken, jouw schrijverspad bewandelen’. Waardoor de druk om iets te schrijven nog groter wordt en er onder het mom van ‘leuker kunnen we het niet maken, wel moeilijker’ nog een paar zaken aan de afvinklijst worden toegevoegd: scherpe zelfreflectie en het mag niet lijken op zeuren want oh wee als mensen denken ‘heb je haar weer’. OH MIJN GOD, ZULLEN MENSEN DAT OOIT GEDACHT HEBBEN? *verzuipt in drijfzand aan doemgedachtes Iedere simpele gedachteflard die het nog in mijn hoofd haalt zich te openbaren, wordt acuut neergesabeld.
En dus zit ik mezelf redelijk vaak redelijk mislukt te voelen in mijn kersverse schrijfhuis achter in de tuin. Omdat ik mezelf laat verleiden door de afleiding van bouw en baby to do’s en die samen met allerlei andere korte termijn prikkels als whatsapp en Telegraaf achterklap dankbaar aangrijp om maar niet naar die lege pagina te hoeven staren.
Het enige consistente wat ik afgelopen jaar heb gepresteerd is het schrijven aan verkering. ‘Epistels’ noem ik ze. Sinds onze eerste date een dikke drie jaar geleden schreef ik er reeds 76. Ze zijn vaak vrij ellenlang omdat kort van stof zijn niet mijn ding is en er nogal veel in mijn ietwat grote hoofd kan zitten. Hele verhalen stort ik uit op papier over het gedonder in mijn hoofd, ik schets situaties waar ik me over verwonder en ik doe verwoede pogingen tot het onder woorden brengen van mijn diepe liefde voor hem. Alles zonder vooropgezet doel. Enkel een open, eerlijke blik naar wat er op dat moment is.
En júist in die epistels blijk ik achteraf als vanzelf aan mijn hoge eisenlijstje te hebben voldaan. Ik schrijf gewoon op wat er op dat moment in mijn hoofd rond dondert en na een paar dagen (want dan durf ik het pas terug te lezen) blijkt het tot mijn eigen grote verbazing keer op keer best een solide verhaal. Met goede woordgrap zelfs. Hatsiekiedee.
En dus doe ik dat vandaag ook. Gewoon schrijven. Niet naar verkering. Maar naar jou, als lezer. Zonder doel. Waarbij ik met enigszins angst en beven naar buiten staarde en zocht naar zinnen. Of enkele woorden. Of in ieder geval iets van ruimte voor wat er was of zou komen.
Ik leun achterover in mijn bureaustoel en richt mijn blik weer naar buiten. De ekster kijkt nu zoekend om zich heen en vliegt weg. Maar ik lijk iets te hebben gevonden.
Einde bericht.
Denk je nu ‘DIT was leuk, ik wil méér lezen’… klik dan hier.
En weet je, dat is helemaal prima. Want dat hebben we allemaal wel eens. Ik vind het leuk om af en toe mee te kunnen kijken (lezen, maar in mijn verbeelding kijk ik) in jouw brein. Omdat je een mens bent waarin ik me herken. En omdat ik van je schrijfstijl houd. Zo. En nu verder broeden, jij! Op je koter dan he, niet op schrijfsels. Straks krijgt het kind de stress ingebouwd mee, verhoede dat dát gebeurt!
Wat heerlijk om te lezen dat je je in mij herkent, voel ik me altijd een stukje minder gekkig 😉
✅ goed verhaal !
Precies de vink ja, heerlijk! 🙂
Holy moly! You did it! ?