Dit is later als ik groot ben
Vanochtend bracht ik Abeltje naar mijn ouders in Bergeijk. Op de Eerselsedijk reed ik lange linten van fietsende scholieren voorbij. Het voelt nog zo dichtbij, maar tegelijk zo lang geleden, dat ik daar dagelijks fietste.
‘Wanneer is het omslagpunt gekomen?’, mijmer ik al kijkend naar de kinderen met lange ledematen op te grote fietsen.
Vroeger wilde ik altijd groter zijn dan ik daadwerkelijk was. Ik kon geen ‘nee daar ben je nog te klein voor’ meer horen en voelde me met enige regelmaat niet serieus genomen. Zo vroeg ik in groep twee eens aan de juf of ik een keelpastille mocht pakken (brave burger als ik was nam ik de regel ‘niet snoepen in de klas’ blijkbaar vrij serieus en verzocht ik formele toestemming toch iets in mijn mond te stoppen), waarop de juf in kwestie kei hard begon te lachen en hinnikend een haast onverstaanbare ‘ja’ wist uit te brengen. Later hoorde ik haar tegen een moeder gieren dat ik ‘keelpastille’ had gezegd. ‘Kéélpastille’, gilde ze, ‘dat is toch geen woord voor een vijfjarige?’
Ik besloot ter plekke het woord nooit meer hardop uit te spreken. ‘Later als ik groot ben’, dacht ik ongeduldig, ‘dan doe ik ertoe. Dan kan ik dingen zeggen zonder dat het gek is. Dan maak ik eigen keuzes. Trek ik me van niemand meer iets aan.’
Nu ben ik groot. Althans, ik passeerde vanochtend de pubers in een stationwagon met dreumes in maxicosi op de achterbank, dus dat is vrij volwassen geloof ik. Maar terwijl ik de rijen fietsers voorbij rijd, voel ik me weer een van hen. Ik zie mezelf zo weer fietsen, dapper trappend door een dikke sneeuwbui in december.
Ik fiets naast mijn allereerste vriendje, mijn hand ligt op zijn arm en af en toe durf ik opzij te kijken. Iedere keer als ik dat doe, draait ook hij zijn gezicht en kijk ik in de meest helderblauwe ogen die ik tot dan toe heb gezien. Alles in mijn buik kriebelt als ik zie hoe de dikke, witte sneeuwvlokken blijven plakken aan zijn zwarte wimpers.
Ik weet nog precies hoe ik me voelde; stralend en bang.
Vanochtend in de auto realiseer ik me plots dat er ongemerkt een omslagpunt is geweest. Ik kijk niet meer reikhalzend vooruit, maar steeds meer met weemoed terug. Waar ik vroeger niet kon wachten tot ‘later als ik groot ben’, ben ik ongemerkt groter gegroeid dan ik me vaak voel. Want hoewel ik aan de buitenkant een vrij volwassen leven leid met man-huis-kind, voel ik me van binnen vaak niet anders dan dat meisje op de fiets. Jong en onderweg.
Ik wil het raam van de auto opendoen en schreeuwen naar alle fietsende “inbetweens”: ‘geniet er lekker van, voor je het weet ben je groot en weet je het nog steeds niet, maar denk je wel alles te moeten weten en ga je je daar weer druk om maken’.
Maar dat durf ik niet te roepen. Dat zullen ze vast gek vinden.
Einde bericht.
Denk je nu ‘DIT was leuk, ik wil méér blogs lezen’… klik dan hier.
Gerelateerd
7 reacties op Dit is later als ik groot ben
Geef een reactie Reactie annuleren
Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
🙂
Wat een feest van herkenning!
En hoe mooi!!! Volwassen zijn én nog het gevoel van “jong en onderweg”. 🙂
Wat heerlijk Jannie dat het een feest van herkenning is voor je! En een heerlijke conclusie! 🙂
AMEN 🙂 wat vet geschreven dit!
DANK! Voor jou ook geen onbekend terrein zo die contreien he? 🙂
The school of life – Alain de botton, leuk, goed!!
Jaaaa dat klopt, thnx voor de tip!
Youth is waisted on the young..