Dit is je kind zien
‘Niks aan de hand, je hoeft niet altijd zo hard te huilen. Hup, kom op.’
Met een zwaar hart draai ik me weer om op onze oprit, nadat ik door het brullend tumult vanuit mijn schrijfhuis in onze tuin onderweg was naar de straat om te kijken of ik iets kon doen. Ik verwachtte oprecht een gevallen kind met bloed en tanden door de lip. In plaats daarvan zie ik een moeder drie meter vooruitlopen op haar radeloze koter.
Als ik iets van onze koppige apenkop heb mogen leren afgelopen anderhalf jaar is het dat emoties ontkennen weinig zin heeft. Het levert in the end alleen verliezers op. Híj wordt niet gezien in zijn behoefte, wat leidt tot nog meer frustratie en boosheid en getergd op de grond liggen (ja nu al), waardoor míjn overprikkeldheid hard door het plafond schiet als de lift door het dak van warenhuis Knots wanneer Abeltje op het geheime knopje gedrukt heeft.
Ik hou nogal van dingen snappen en verklaren en dus las ik me ijverig in. Een kind is voor de vervulling van zijn of haar behoeftes (en dat zijn er véél – zucht – ontelbaar veel) afhankelijk van de ouders. Maar helaas, hoe jonger het kind, des te onduidelijker de puzzel voor diezelfde ouders welke behoefte er nu weer vervuld mag worden. Met een emotie-regulatie-systeem dat letterlijk nog in de kinderschoenen staat – deze vaardigheid is pas bij zes jaar goed ontwikkeld, wat betekent dat ze dan zélf weer rustig kunnen worden bij het ervaren van een emotie – is dat tot die tijd voer voor héél véél frustratie, boosheid, verdriet en andersoortige uitbarstingen.
Kun jij als ouder niets aan doen. Kan je kind ook niets aan doen.
Ik geloof echter heilig – als ik als een te vastberaden geloofsovertuiger klink, dan stop hier maar met lezen – in het zíen van je kind. Je kan emoties ontkennen, omdat jij vindt dat ze niet horen, maar daarmee verdwijnen ze niet. Ze slaan hooguit harder naar buiten (met nog meer schreeuwen, huilen en driftbuien tot gevolg) of het ontploft naar binnen (de link met depressie en angststoornissen op latere leeftijd wordt steeds meer gelegd).
Je kind zíen is niet zoals de vrouw bij het consultatiebureau, nadat haar kleuter twee spuiten in zijn beentjes gejast zag en hij daardoor lang na bleef snikken, tijdens het aankleden: ‘klaar nu, het is klaar. Klaar zeg ik toch. Klaar. Niks aan de hand’. Op zo’n moment zou ik willen roepen ‘jij kunt wel vinden dat het klaar is, maar hij is zich toch de tering geschrokken, zeg gewoon dat je dat snapt en dat jij zelf zo geschrokken bent van dat hij zo geschrokken is’. Maar ja dat doe je niet. Sociaal wenselijkheid enzo.
Je kind zíen is ook niet zoals de vrouw in de wachtkamer bij de dokter, wiens achtjarige zoon door de hele ruimte racete waarop ze zei ‘stop met rennen’ en hij dat deed door op zijn buik op de grond rondjes te gaan draaien en ze vervolgens geïrriteerd zei ‘doe niet zo gek, hou op daarmee en doe normaal’. Ik was geloof ik net zo in de war als hem. ‘Wat bedoel je dan precies met normaal?’ wilde ik de onduidelijke instructie dolgraag ophelderen, maar ook dat leek me niet geheel gepast gedrag.
Je kind zíen in zijn/haar behoeftes is ook niet zoals de kennis die vertelt over zijn drie maanden oude baby: ‘als ze gegeten heeft en een schone luier en ze heeft haar fiepje maar ze blijft jammeren, ja dan moet ze het zelf uitzoeken, dat moet ze toch leren’. Say what!? Wil je oprecht een baby van drie maanden al leren dat ‘ze het vooral zelf uit moet zoeken?’ Oké bijzonder.
Maar ook dat zeg ik allemaal niet. ‘Iedereen doet het op zijn manier’ lijkt in steen gehouwen wat ieder inhoudelijk gesprek over de niet-praktische kant van kinderen krijgen verboden maakt.
Als ik me omdraai op de oprit hoor ik de vrouw nog snauwen ‘ik ga niet bij je weg, níks aan de hand’.
Maar is dat niet precies wat we doen? Met je hart vertrekken bij je kind, omdat je zelf overspoeld raakt door de grootsheid van de emoties, waardoor je hoofd het overneemt met allerhande regels waaraan je kind zou moeten voldoen (niet zo hard huilen, doen alsof er niets aan de hand is en dóórlopen in dit geval).
Voor mij is de kunst iedere keer weer, overgave aan wat er is. Iedere keer weer als ik aap vasthou (of hem niet vast mag houden omdat ie van bozigheid bij me weg wil) probeer ik me over te geven aan wat is. Het is nooit wat ik wil. Het is nooit wat ik verwacht. Het is nooit wat ik bedacht had. Het enige wat ik dan nog kan proberen is letterlijk en figuurlijk in zijn buurt blijven en zeggen, vaak nog meer tegen mezelf dan tegen hem: ‘het is oké’.
‘Het is oké. Jij bent oké.’
Einde bericht.
Denk je ‘Dit was leuk, ik wil méér blogs lezen’… klik dan hier.
Prachtig! Wederom bedankt voor de observatie en inspiratie 🙏🏻
Dank Ilse, jij bedankt voor de rust en vertrouwen die ik altijd van je krijg! 🙂
Wat ontzettend mooi verwoord! En zo herkenbaar! Dank voor je inspirerende woorden!
Wat bijzonder dat het herkenbaar is Lilianne, dank voor je prachtige reactie!!
Mooi geschreven Saskia. Je kindje volgen en lief hebben op elk moment, accepteren dat niet altijd alles gaat zoals je wilt. En kijken naar je kind.
Liefs
💚