Dit is Huub, welkom in de buurt
Ik heb dus een trouwe viervoeter, genaamd Huubke. Dat ik heb gekozen voor een grote, zwarte, lompe lobbes wil niet zeggen dat mensen om mij heen last moeten ondervinden van Huub’s aanwezigheid. Althans, dat vind ik. Huubke denkt daar beduidend anders over. Met ‘mensen’ bedoel ik meer specifiek mijn nieuwbakken buurtgenoten. Familie en vrienden zijn inmiddels al verplicht gewend geraakt aan belebberde botten op schoot, een wanstaltige waas van adem in je gezicht en een harenhoos in je kleren, op je bord of in je mond. Onder de categorie ‘familie en vrienden’ behoort inmiddels ook (jaja, de inburgeringscursus kan snel gaan) mijn nieuwe verkering. Die er sowieso met een lichte vloer in zijn huis vrij bekaaid vanaf komt als ‘zwartehaarbalHuub’ en ik komen logeren.
Blaffende honden bijten niet
Anyway, ik dwaal af. Mijn nieuwe buurtgenoten. De buurtoverlast beperken tot 0 is namelijk al onmogelijk. Gezien het feit dat Huub nogal een bulderende blaf heeft. Met een hoofdletter B. Huub’s lievelingsactiviteit gedurende de dag is met zijn kop geposteerd op de vensterbank door het raam naar buiten turen. Urenlang. Waarbij hij het fijn vind om tegen iedere nietsvermoedende passant die het raam passeert, ieder krijsend kind dat voorbij jengelt (oke, die snap ik dan nog) en zelfs tegen alle vallende blaadjes heel hard ‘hallo’ te blaffen. Op zo’n dusdanig volume dat Jack van Gelder’s enthousiaste commentaar bij een beslissend doelpunt van het Nederlands eftal afgedaan kan worden als ‘gezellig gefluister’.
Tsjah. Hij ziet er zo onschuldig uit hè?!
Buitenshuis bulderen
Het blijft helaas niet alleen bij binnenskamers geblaf. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden wordt er ook graag buitenshuis gebulderd:
1. Ik ben pas verhuisd.
2. In mijn nieuwe buurt blijken boventallig veel katten los rond te lopen of uitdagend achter het straatraam te liggen koketteren.
3. Huub houdt niet zo van katten.
4. Maar dan ook echt absoluut niet, ook niet een klein beetje niet, maar echt totaal niet!
Poeslief my ass
Need I say more? Het is een godswonder dat ik nog geen schouder uit de kom heb opgelopen. Want Huub heeft er nogal een handje van (pootje dus eigenlijk in dit relaas) om zich, als ie aan de andere kant een kat ziet zitten, zonder gene met intens gevoel voor drama waar menig GTST acteur een puntje aan kan zuigen en een snelheid waar familie Verstappen jaloers op is, tegen een straatraam aan te werpen. Ook nog gepaard gaand met gigantisch gejank en geblaf. Terwijl ik precies op dat moment nietsvermoedend dromerig de andere kant op kijk. En ik zweer het je, terwijl ik met mijn wang tegen het raam aangeplakt de kat in kwestie recht in de ogen aankijk… lijkt het alsof ze het erom doen. Met hun hooghartige, hautaine, ongenaakbare blik. Waar ik zelfs bijna van ga grommen.
Welkom in de buurt Huub.
Einde bericht.