Dit is drie maanden moederschap: mijn oordelen zijn terug van verlof
Schrijven deed ik afgelopen drie maanden tussen de babybedrijven door. In het donker na de nachtvoeding probeerde ik de dansende zinnen door mijn hoofd te vangen in warrige notities welke ik overdag tijdens het voeden met één hand verder uitwerkte. Omdat mijn postpartum verlof vijf weken langer dan gemiddeld is door aappie’s vroege komst, begon ik langzaamaan te snakken naar meer schrijftijd. Al schrijvende krijg ik vaak wat orde in de chaos in mijn kop vol oordelen. En dat is na de komst van de grootste verandering in mijn leven best gewenst. Dus bombardeerden we woensdag tot papa-dag en mag ik me die dag terugtrekken in mijn schrijfhuisje in de tuin.
Afgelopen woensdag zat ik er voor het eerst. In plaats van bevlogen schrijvend, te worstelen met mijn verwachtingen en oordelen. Want nu er na drie maanden steeds meer rust, ruimte en ritme is, gebeurt er iets geks. Ik ‘moet’ weer van alles. Ik moet van mezelf een blog schrijven over drie maanden moederschap. Omdat regelmatig publiceren en vasthouden aan het ritueel van maandelijks terugblikken op het moederschap voor mij bewijzen zijn dat ik mijn schrijverschap serieus neem. Ik moet mijn sociale contacten weer wat oppakken, want jezus wat ben ik met mezelf bezig geweest afgelopen drie maanden. Ik moet ook weer eens eten koken, dat kan ik manlief toch niet eeuwig laten doen. Ik moet het huis meer opruimen. Ik moet de was op orde hebben. Ik moet de hond uitlaten. Maar bovenal moet ik vooral alles uitmuntend goed doen aangaande aappie.
Hallo oordelen
De oordelen naar mezelf wapperen me weer als vanouds om de oren. En daar heb ik dan weer een oordeel over. Het lukte me die eerste heftige zes weken toch ook om oordeelloos te zijn? Nooit eerder schreef ik zoveel als toen, dus waarom weet ik die vibe niet vast te houden?
Het feit dat ik steeds vaker de vraag krijg ‘wanneer begin je weer met werken?’ helpt overigens niet mee in mijn innerlijke strijd. De druk neemt toe. De zinnen stapelen zich op, op mijn schouders. ‘Zie je wel’, lispelt mijn donderwolk, ‘het lukt je niet iets verder uit te werken. Laat staan af te maken en te publiceren. Haha sukkel, je zult nooit een echte schrijver worden’. Waarbij ik me wanhopig afvraag wat er nodig is om mezelf ooit – later als ik groot ben – een echte schrijver te voelen.
Ik heb het al eens eerder tegen de man van mijn leven verzucht: ik blijk op mijn best als de omstandigheden het slechtst zijn. Totaal verkreukeld door het vullen van de gehele bevallingsbingokaart waren mijn verwachtingen van mezelf nul. Als ik de dag doorkwam zonder al te veel te snauwen naar manlief en ik aappie in leven wist te houden met mijn voorgevel, was ik al behoorlijk content.
Maar dus, terug naar afgelopen woensdag. Als ik tijdens de lunch het donderwolkgedroeftoeter probeer te negeren, besluit manlief met zoonlief naar oma te vertrekken. Ik blijf alleen met Huub in huis achter. In tranen, want het blijkt ook het juiste moment mezelf af te vragen hoe de hel ik ons brokje geluk ooit los ga laten als ie over een paar weken naar het kinderdagverblijf gaat en ik me door de angst voor dat loslaten een overbezorgde, claimerige moeder voel die denkt dat alleen zij weet wat goed is voor haar kind.
Alleen thuis
Terwijl mijn tranen op de keukentafel druppen, realiseer ik me dat de laatste keer dat ik alleen thuis was met Huub, maandag zeven januari was. De dag dat ik eigenhandig met een klysma in de weer ging omdat ik dacht dat zwangerschapsobstipatie zorgde voor de heftige rugklachten. Een paar uur later bleken het weeën.
Ik ben alleen thuis, heb mijn handen vrij en de rust en ruimte om dingen te dóen. Ik moet van mezelf nuttig gebruik maken van de uitzonderlijke eigen tijd die ik nu ineens heb. Maar ik ben vooral heel erg moe. Vannacht kieperde aappie zijn hele nachtvoeding over mijn linkerbil waarna ik hem de resterende uurtjes op mijn borst heb laten slapen (uit hik-stik-spuug-angst, daar blijk ik als moeder last van te hebben, maar dat is een blog op zich, daar kom ik nog eens op terug).
Tegen heel mijn natuur in van harde kracht, doorzetten en mezelf afbekken voor wat ik allemaal wel niet goed doe, ga ik toch heel even op de bank liggen. Mijn hoofd vol moetjes met moeite negerend. Dat is het voordeel van borstvoeding geven, dat je voor een ander voor jezelf zorgt.
Ik moet even zijn weggedommeld, want als ik wakker schrik is deze blog zich als vanzelf aan het vormen in mijn hoofd. Ik ga achter mijn laptop zitten en na twee eerdere versies van ‘drie maanden moederschap’ waar ik maar in bleef verdwalen, schrijft deze zich geheel vanzelf. Zou ik ooit gaan onthouden dat juist de zachte kracht van ruimte geven, loslaten en mild voor mezelf zijn zoveel efficiënter is?
Ik verleng mijn verlof bij deze met drie maanden.
Einde bericht.
Denk je nu ‘DIT was leuk, ik wil méér lezen’… klik dan hier.