Dit is de supermarkt scène: hoe niets dóen verbazingwekkend goed werkte
Ik zit in een koffietent (toen het nog kon) met de opbeurende naam Happiness Café, als ik het gesprek van de twee vrouwen naast me opvang. Met rechte rug en gestifte lippen hoor ik Links orakelen: ‘je moet zorgen dat je wat om handen hebt. Iets waar je gewoon moet zijn, om meer structuur te krijgen. Omdat je het gevoel hebt er niet toe te doen.’ Rechts – bleek en ongekamd – krimpt verder in elkaar en begint te huilen. Ik doe bijna met haar mee, want god, wat herken ik me in haar.
De gemiddelde omgevingsreactie bij psychisch leed is nu eenmaal hoptjop schouders eronder en dóen. Want dat is waar we goed in zijn in onze tijd van presteren, ballen in de lucht en ‘druk druk druk’ als standaardantwoord op de vraag hoe het is. Minder bedreven zijn we echter in sombere gevoelens en angstige gedachtes er simpelweg laten zíjn. Neen, wij poetsen liever weg, lossen op, pakken aan.
Precies dat is ook een issue bij de opvoeding van onze kinderen. Althans, bij mij en onze apenkop van anderhalf.
Oplospaniek to the max
Als kersverse moeder bleek ieder baby-huiltje symbool voor mijn ‘ik doe het niet goed’ falend moedergevoel. Het hele eerste jaar was ik daardoor druk doende met het nerveus voorkomen of snel stoppen van alle tranen. Lang leve alles is een fase, toen werd ie een dreumes. Die driftig op de grond ging liggen met plasjes van tranen en stampende voetjes. Iedere tien minuten. Elke woedeaanval van hem beet grote happen uit mijn moederlijk zelfvertrouwen en dus moest het zo snel mogelijk stoppen. Het gevolg? Ik deed de meest krampachtige dansjes op zijn loopwagenmuziekje en duwden meters soepstengel zijn mond in. Anything ter afleiding van al het leed.
Gelukkig ben ik niet vies van een potje zelfreflectie en dus nam ik mijn wegpoetsgedrag eens onder de loep. Waarom vind ik het zo lastig zijn grote emoties te verdragen en wil ik er van weg?
Van Phillippa Perry en ‘het boek waarvan je wilde dat je ouders het gelezen hadden’ leer ik dat we niet willen dat iemand van wie we houden ongelukkig is, waardoor het eng en ongemakkelijk kan voelen om volledig open te staan voor hun woede of wanhoop. (Links met gestifte lippen, lees je mee?)
Maar gevoelens die niet worden erkend, zullen niet zomaar verdwijnen, aldus Perry. Goed ouderschap begint in je hart, door met begrip betrokken te zijn wanneer emoties hoog oplopen, lees ik in ‘Hart voor je kind’ van John Gottman en Joan Declaire. En van Marjolein Mennes van de insta-hit “Lieve Moeders” leer ik mezelf bewust te worden; reageer ik nu uit angst en controle of uit liefde en vertrouwen?
De supermarkt scène
Mijn testcase kwam – lekker cliché – in de supermarkt. Correctie: vers-markt. Waar je het versgebakken brood zelf in een monsterlijke machine mag stoppen en een groot, rond mes het brood met lange halen in de gewenste dikte doorklieft. Ik laat aappie met grote ogen meekijken en zet hem dan op de grond, zodat ik met twee handen het brood kan pakken om in de zak te schuiven, als ik bij mijn knie een bekend stemmetje hoor:
‘Boternou?’
Ik zie zijn lipje pruilen.
‘BOTERNOUUUUU!’
Zijn gezicht loopt rood als een duploblokje aan.
Koortsachtig denk ik na. Geef ik hem een stukje? Doe ik alsof het niet hoor? Laat ik mijn mandje staan en vlucht ik de winkel uit?
Maar ergens daar komt het aangewaaid: Het Inzicht. Ik hoef niets te dóen uit angst dat het erger wordt. Ik hoef er alleen maar te zijn en hem te zien in zijn emoties. Ik kniel voor hem neer en zeg ‘ik zie dat je boos bent omdat je heel graag een boterham wil. Dat snap ik.’ En druk hem krijsend tegen me aan.
Acht seconden duurt het. Acht lange seconden waarin ik hem vasthou en zachtjes tegen hem mezelf zeg: ‘het is oké’.
Dan laat hij me los, grijpt ons mandje en banjert kalm voor me uit. Mij met open mond achterlatend.
Einde bericht.
Denk je ‘Dit was leuk, ik wil méér blogs lezen’… klik dan hier.
Ooooh zó herkenbaar! Net zoals ‘stil maar’ zeggen tegen een huilend kind. Beter van niet dus. Duurde bij mij ook even, maar afhankelijk van de periode van de maand kan ik bij verdrietend heel empathisch kijken en zeggen dat het ook écht heel verdrietig ís of gewoon lekker een potje meehuilen. Wel gênant als hij dan eerder stopt, maar daar werken we aan.
Dank voor je mooie reactie! Wat fijn dat je het herkent. En pff ja ‘niks aan de hand’ vind ik nog zo’n dooddoener hee! Overigens wel gegniffeld om je ‘maar daar werken we aan’ 😉
Grappig. Ik zei 1 x met grote dwingende ogen.. Nee!!! DIT gaan we hier dus mooi NIET EN NOOIT meer doen. Werkte meteen.
Kind niet blij. Ik wel. Nooit meer gebeurd. Ze is al 6 geworden.