Anatomy of a scandal
Nu mijn dagen bestaan uit liggen en zitten in huis en tuin en het gevoel in mijn lijf varieert van een te hard opgepompte basketbal onder mijn buikhuid tot een bekkenbodem waar een watermeloen half uit lijkt te steken, heb ik een nieuwe voorliefde: miniseries kijken op Netflix. Dirty Lines, Ginny and Georgia en deze week; Anatomy of a Scandal.
James Whitehouse, getrouwd met Sophie en vader van twee kinderen, blijkt als Britse minister een maandenlange affaire met een van zijn medewerksters te hebben gehad. Deze Olivia Lytton beschuldigt hem van verkrachting waardoor de toekomst van Whitehouse in het rechtbankdrama afhangt van een jury (en aanklager Kate Woodcroft).
Je volgt het proces waarbij je met terugblikken details te zien krijgt over de affaire van Whitehouse en Lytton én het geprivilegieerde leven van de knappe minister (inclusief de eliteclub waar hij als student toe behoorde en hoe onbehoorlijk het daar aan toeging).
Tot zover, niks geks, just another Netflix show met drama, liefde en een vleugje erotiek. Maar ergens, ik geloof pas in aflevering vier (van de zes) ontdekte ik iets geks. Of schokkends. Of absurds misschien.
Ik had de meeste sympathie voor James. De man in kwestie. De beschuldigde. Al die afleveringen hoopte ik dat híj vrijgesproken zou worden. Leefde ik met hem mee. En had ik een automatisch wantrouwen, of weerzin bijna, tegen de vrouw die hem beschuldigde.
Waarom?
Omdat anders zijn hele leven in duigen zou vallen en ja was het nou zo duidelijk als je als ex-minnaars in een lift stapt en jij net hebt gezegd dat je hem aantrekkelijk vindt als ie boos is en je elkaar begint te kussen en je dan ineens niet meer wil en dat hebt gezegd met de woorden ‘niet hier’ wat ook niet echt een duidelijke ‘nee’ is en dat je dan ineens vindt dat je verkracht bent?
Oh mijn god. Waarom kies ik als vrouw onbewust partij voor de man?
Is het mijn eigen ongemak met bestaande systemen openbreken? Als structuurbehoevend persoon heb ik moeite met veranderingen, dus hou ik daarom de status quo het liefst in stand om rommelig en ambivalent, want wat is nu consent en wat niet, te voorkomen?
Is het systeem – hallo patriarchaat waarin mannelijke normen en waarden centraal staan – nog zoveel sterker dan ik dacht waardoor ook in mijn hoofd mannen het niet zo bedoelen en vrouwen niet zo dramatisch moeten doen?
Of is het uit zelfbescherming? Zodat ik mijn eigen ervaringen niet opnieuw hoef te classificeren in m’n hoofd tot iets wat ik liever niet benoem?
Zoals de bekende – hij 24, ik 16 – die aanbood me thuis te brengen na het stappen, tweehonderd meter voor m’n ouderlijk huis rechtsaf de donkere bossen inreed, de auto stilzette en me probeerde te kussen.
Of de jongen die ik kende van het stappen die, hoewel ik hem vooraf de tip gaf iemand anders te zoeken als ie seks wilde, omdat ik alleen tegen een warm mannenlijf aan wilde slapen, toch met me mee naar huis ging. Om zich vervolgens in bed op me te werpen en ik zijn zware lijf met een steeds luidere ‘nee’ nauwelijks van me afgeduwd kreeg. Toen hij vertrok bleef ik me maar afvragen waar ik niet duidelijk was geweest.
Want is dat niet wat vrouwen doen, wat we geleerd hebben? Automatisch naar onszelf kijken omdat de dominante man het niet zo bedoeld kan hebben?
We zijn het zo gewend dat de man centraal staat, zo gewend om ondergeschikt, minder dan, ongelijk te zijn, stil te blijven, terughoudend, te zorgen voor behoeftes van anderen, vooral van mannen, dat we iedere vrouw die tegen de stroom in durft te zwemmen, uit een zorgvuldig opgebouwd patriarchaal automatisme in onze hoofden, wantrouwen.
Pas toen knappe James zijn vrouw met droeve ogen aankeek en ik mezelf hoorde denken ‘maar hij heeft het toch niet zo bedoeld’ besefte ik weer hoe sterk het systeem is.
Waar mannen lachen om elkaars jeugdzonde, zouden wij moeten klappen voor alle dappere vrouwen die zich uitspreken. Is daar al een goeie Netflix miniserie over te vinden?
Einde bericht.
Denk je ‘Dit was interessant, ik wil méér blogs lezen’… klik dan hier.